Het avondeten met jonge kinderen; veel ouders zullen het met me eens zijn dat dat vaak een uitdaging is. Aan het eind van de dag zijn de kinderen moe. En dan heb je ook nog kinderen die kieskeurig zijn wat het eten betreft. Hoe houd je de maaltijd gezellig?
Sinds onze dochter met autisme op school zit, zijn de maaltijden ’s avonds veranderd. Heel haar dag-structuur is anders. En daarbij ben ik niet meer degene die kan monitoren hoeveel en welke prikkels er door de dag heen binnenkomen. Erop inspelen lukt dus niet, of maar gedeeltelijk.
Op sommige dagen is het eten een ingewikkeld moment. We hebben dagen gehad dat ze amper tot eten kwam. Dan was ze afwisselend boos, verdrietig, overstuur of een combinatie hiervan. Natuurlijk wil je als ouder dat je kind eet, maar hoe zorg ik dat ze eet? Ik deed verschillende pogingen:
Poging 1: proberen met gezag
Poging 2: proberen met belonen
Poging 3: proberen met streng zijn
Driemaal is scheepsrecht, zeggen ze toch? Alle drie de pogingen liepen op niks uit. En dus had onze dochter bijna niks gegeten, was nog steeds boos/verdrietig/overstuur. Wat deed ik dan na de maaltijd? Dan ging ik rustig met haar zitten praten. En dan bleek dat ze overprikkeld was. Dit gevoel hebben we voor haar een naam gegeven: je hebt dan een vol hoofd. Dat is voor haar duidelijk en helpend. Het is alsof we haar gevoel van ‘overprikkeld' op deze manier labelen.
Het lukt haar lang niet altijd om aan te geven wat ze nodig heeft. Aan ons de mooi-ingewikkelde taak om dat uit te vogelen. Hoe help ik mijn overprikkelde dochter?
Als eerste komt bij me op om haar af te zonderen; weg van de drukte die er nu eenmaal is als je met elkaar rond een tafel zit. Maar meteen weet ik ook dat dat niet helemaal de oplossing is. Want ja, rust vindt ze op zo’n moment fijn. Maar ja, ze heeft dan ook de nabijheid van één van ons als ouders nodig. Bij voorkeur mij als moeder. Volgens de psycholoog schijnt dat kinderen met autisme zich vooral aan één volwassene vastklampen, zogezegd. Dat is in de meeste gevallen de moeder. Herkenbaar voor ons.
Zo gebeurde het weer eens dat S flink overprikkeld was onder het avondeten. Met nog een kleuter en toen nog baby sowieso al een uitdaging om iedereen enigszins fatsoenlijk te laten eten. Dit ging ik in mijn eentje niet redden. Ik moest íets doen en zag de orgelbank staan! Perfect. Een heel rustig uitzicht (mooi, wit orgel), afgesloten van de meeste prikkels maar nog dichtbij ons. Tot mijn verbazing en grote vreugde is dit inderdaad de perfecte oplossing.
Heel af en toe vraagt ze er zelf om. Dan is het ook echt nodig. Natuurlijk heeft onze andere dochter wel eens gezegd: ‘hee, dat wil ik ook!’. Op haar niveau hebben we gezegd waarom S daar zit. Gek genoeg lijkt ze het ook aan te voelen. En ze merkt natuurlijk ook het verschil in rust!
We merken ook aan S als haar hoofd tussentijds is ‘leeggelopen'. Dan begint ze contact met ons te zoeken. Dat is het eerste begin: er is weer iets ruimte. Als ze daarna ook van het plekje afloopt dan is er weer heel wat meer ruimte. Ze krijgt dan de keuze waar ze blijft zitten. Ook hierin is het heel belangrijk dat ze de duidelijkheid voelt. Dat geeft haar houvast. In de meeste gevallen wil ze graag op haar rustige plekje blijven. De tafel vol met spullen, bewegende en pratende mensen vlakbij, dat zijn dan toch nog teveel prikkels.
Gisteren was zo’n avond. Einde van de week, einde van de dag. Een hoofdje vol prikkels. Als deze (tijdelijke) oplossing werkt dan doen we dat graag. Want we zien waarom we het doen: van een boos en verdrietig meisje naar een blij en rustig meisje. Van een vol bord naar een leeg bord.
Soms maken we keuzes die tegen de stroom van ‘normaal' ingaan. Dat komt omdat ons leven met autisme in het gezin soms ook tegen de stroom van ‘normaal' ingaat.
Reacties
Een reactie posten