Hoe ga je om met een kind dat autisme heeft? Hoe en wat communiceer ik? Wat heeft een emmer hiermee te maken? Je leest het in deze blog.
Door de jaren heen heb ik heel wat ervaring opgedaan in het omgaan met (voornamelijk) kinderen met autisme. Wat werkt wel en wat werkt echt niet? In deze blog geef ik 3 tips vanuit mijn opgedane ervaring, die meteen toepasbaar zijn.
Zoals ik eerder geschreven heb (zie link), zie je bij onze dochter aan de buitenkant niks. En zelfs mensen die haar beter kennen, reageren soms vol verbazing. De volgende zin hoor ik dan vrijwel altijd: ‘maar je merkt het helemaal niet!’. Dat is aan de ene kant absoluut haar kracht. Ze kan sociaal gedrag kopiëren, we oefenen met situaties en het lukt haar steeds beter om dat toe te passen. Over het algemeen merk je inderdaad vrij weinig. Aan de buitenkant dan.
Door de dag heen bouwt ze een soort emmer op. Een emmer die zich vult met onduidelijkheden en prikkels. Hoe voller de emmer, hoe groter thuis de uitbarsting. Want die komt er thuis pas uit. Het is dus van belang om die emmer in de gaten te houden, hij moet niet te vol worden. Communicatie speelt daarin een belangrijke rol.
Ken je iemand in je omgeving met autisme? Pas de volgende 3 tips toe en je helpt om de inhoud van de emmer te beperken.
1. Wees duidelijk.
Duidelijkheid is zó belangrijk. Communiceer niet in vage termen maar wees concreet. Zo werkt het niet als ik tegen mijn dochter zeg: ‘Er komt vandaag bezoek’, maar moet ik concreet zijn: ‘Als we gaan koffie drinken komen opa en oma’. Het liefst nog met de tijd erbij: 'Als de wijzer bovenaan staat dan komen opa en oma koffie drinken.'.
In sommige gevallen is het moeilijk om concreet te zijn. Als ze bijvoorbeeld wil weten of oom en tante ook meekomen en ik weet dat niet. Dan kan ik twee dingen doen:
- Zeggen dat ik het niet weet. Nadeel hierbij is dat dat niet duidelijk is. Voordeel ervan is dat ze dit voor de lange termijn ook moet leren. Het leven is (helaas voor haar) niet altijd zo duidelijk.
- Duidelijkheid geven en zo nodig aanpassen. Dan kan ik zoiets zeggen als: oom en tante komen ook. Als bij aankomst blijkt dat ze er niet bij zijn dan pas ik aan: ‘Oom en tante zijn er niet. Ze hadden thuis nog werk te doen.’ Voordeel hiervan is dat de emmer minder vol loopt omdat je op het moment zelf duidelijkheid geeft (en zo nodig aanpast). Nadeel is dat ze afhankelijk blijft van (in dit geval) mij. Ik moet bijsturen als de situatie anders is.
Afhankelijk van de situatie besluit ik voor nummer 1 of 2. En uiteraard kan dat per kind verschillen.
2. Voorspelbaarheid.
Doe wat je zegt, zeg wat je doet. De meest korte maar krachtige samenvatting van het voorspelbaar zijn. En dan niet alleen voor dit moment maar ook voorspelbaarheid in wat er gaat gebeuren. Voorbereiding is ontzettend belangrijk om de emmer leeg te houden. Ook hierin verschilt het ene kind met autisme van het andere. Bij de één is het van belang om vrij ver van tevoren al voor te bereiden. Bij onze dochter werkt dat niet; zij gaat zich dan van alles in het hoofd halen. Kort van tevoren vertellen wat er gaat gebeuren, werkt voor haar het beste. Dus als er op school iets anders gaat dan anders, dan vertel ik dat bij voorkeur pas ’s ochtends. Uiteraard zo duidelijk mogelijk!
Nee, dat is niet altijd haalbaar. Want voor bijvoorbeeld het kerstfeest wordt al weken van tevoren geoefend. Dat is voor onze dochter lastig. Ze overziet die tijdsperiode niet en dus is het voor haar niet duidelijk en voorspelbaar. In zo’n situatie maak ik voor haar een aftekenlijst. Elke dag een kruisje zetten en zo overziet ze de periode.
3. Vermijd prikkels.
Alvast iets vertellen terwijl de kraan aanstaat, broertje net het knopje op de brandweerauto heeft uitgevonden en zusje een liedje aan het zingen is? Dan weet ik 1 ding zeker: de emmer loopt meteen over en niet zo’n klein beetje. Veel te veel prikkels. Vooral op gebied van gehoor, daar is onze dochter erg gevoelig voor. Als er een scooter voorbijrijdt, vliegen haar handen nog steeds voor haar oren.
Dus is het nodig om zo veel mogelijk prikkels te vermijden tijdens het communiceren. Een rustig plekje waar zo weinig mogelijk is te zien, horen en voelen.
In het meest optimale geval pas ik alle 3 de bovenstaande tips toe tijdens het communiceren met onze ASS-dochter. Haar emmertje stroomt dan niet vol. Voor haar is dat fijn en voor ons is dat ook fijn.
Help je/helpt u mee om de emmertjes van kinderen of mensen met autisme niet te laten overstromen?
Reacties
Een reactie posten